Skip to main content
Weather Data Source: Wettervorhersage Agadir 30 tage

Gepubliceerd: 24 december 2010

De Maya route van Midden Amerika

Reisverslag

Volgens een expeditie van National Geographic uit 1989 zijn er meer piramiden in Centraal Amerika dan in het oude Egypte. Ze zijn een paar duizend jaar geleden door de Maya gebouwd. Dit is een inheems volk met een bijzondere cultuur. Het had een eigen kalender waarmee de tijd in uren werd ingedeeld. Het blonk uit in wiskunde en gebruikte het telwoord nul. Het kon de maan- en zonsverduistering nauwkeurig voorspellen. En het had de afstand naar Venus gemeten met een foutmarge van slechts 14 seconden per jaar. Toen de Spaanse kolonisten in de 16de eeuw door hun immens gebied rondtrokken, was er al lang niets meer van over. Slechts 600 mensen werden er aangetroffen.

De Maya piramides staan in ontoegankelijke oerwouden. Vervoer is alleen mogelijk per helikopter, te voet of met paard. Het is er heet, vochtig en gevaarlijk. Er zijn geen faciliteiten onderweg. Radio en GSM werken niet. Dit is de habitat van meer dan 700 soorten vogels, miljoenen insecten, slangen, jaguars en zeldzame planten en dieren. Tijdens de burgeroorlog hielden zich hier schatzoekers, smokkelaars en guerrillastrijders schuil. Zonder een ervaren gids en een goede fysieke en mentale conditie komt een mens hier niet levend uit.

En het regent er veel. Kleine beken veranderen in rivieren. Het water stroomt naar laaggelegen gebieden en vormt stilstaande modderpoelen. Door de dichte vegetatie kun je niet verder zien dan een paar meters. Onmogelijk om in te schatten hoe groot of diep een modderpoel is om over te steken. Vallende bomen en takken als gevolg van stormen maken het lopen onmogelijk. Een vlijmscherpe machete is onontbeerlijk. Maar de jungle wint altijd.

Ook buiten Guatemala zijn er veel Maya ruïnes. Om die toegankelijk te maken hebben vijf landen een weg aangelegd. De Ruta Maya zoals het heet, is meer dan 3000 km lang. Het verbindt natuurreservaten en archeologische sites van Mexico, Guatemala, El Salvador, Honduras en Belize.

Voettocht

maya route 1
Een deel van de afgelegde Maya Route in Guatemala met in het blauw de 100 km voettocht in de jungle.

Toch zijn lang niet alle Maya piramiden bereikbaar via de nieuwe weg. De ruines van El Mirador liggen diep in de jungle aan de grens tussen Guatemala en Mexico. Ze vormen een belangrijk onderdeel van het Park Cuatro Balam, een ambiteius project bestaande uit vierduizend piramiden. Dit is het groostste archeologische park in de wereld. Dat wilden we even zien.

Om El Mirador te bereiken is een voettocht van meer dan honderd kilometer in de jungle nodig. Vroeg op die zaterdag 23 oktober zijn wij in Flores in een tjokvolle bestelbus gestapt naar La Carmelita, zestig kilomer verder. Dit is het laatste gehucht in de bewoonde wereld. Daar moesten we onze voorraden overladen op La Negra, de merrie van onze gids.

Het was al 10:00 uur toen we klaar stonden om te vertrekken. Naar de mening van de gids Moya zijn we te laat om de eerste kamp Tintal op 25 km afstand bij daglicht te bereiken. We moesten opschieten want het wordt snel donker. Hij waarschuwde meteen dat er geen lunchpauze mogelijk was. Ik at snel een broodje, pakte een fles water voor onderweg en ging achter hem de jungle in.

Moya is al 27 jaar gids. Hij is geboren en opgegroeid in de jungle. Hij was er in de jaren tachtig bij toen El Mirador door archeologen voor in kaart werd gebracht. Ze doen nog altijd beroep op hem om de weg te vinden in de jungle. Naast gids is Moya ook visser, jager en verzamelaar. Hij woont in La Carmelita bij zijn zoon Julio, zijn schoondochter en zijn vier kleine kinderen. Ik heb hem ontmoet via zijn zoon. Deze zou met mij de jungle in gaan. We hebben samen in Flores de reis voorbereid. Maar hij werd op het laatste moment ziek.

Hij vroeg zijn vader mij te begeleiden. Schoorvoetend gaf de vader toe. Moya was bang een week lang opgescheept te zitten met iemand die geen Spaans spreekt. Het klikte gelukkig meteen tussen ons. Ik kon mijn geluk niet op. We brachten de erste nacht in kamp Tintal. Niet meer dan een groot gespannen plastic zeildoek te midden van de jungle. Twee bewakers van het ministerie van cultuur verblijven er permanent. Ze waken over de nabijgelegen archeologische site. Zo nu en dan worden kostbaarheden opgegraven. De bewakers worden elke maand vervangen door nieuwe.

De weg naar kamp Tintal is een smal ezelspad. Het verandert afhankelijk van het weer en het landschap. Soms is het goed te volgen. Soms verdwijnt het in dichte struiken waarbij de machete moet worden gebruikt. Bij regen is het onbegaanbaar. Het pad wordt gebruikt om de kampen te bevoorraden. Gebruikers ervan hebben de gewoonte steeds nieuwe paden te maken. Vaak kan het niet anders omdat het oude pad door vallende bomen, regenwater en modder onbruikbaar is geworden. Het gevolg is dat je bij een splitsing staat maar niet precies weet welk pad te nemen. Alleen mensen als Moya kunnen dat weten.

maya jungle mirador 1
De paden naar de piramides in de jungle worden onbegaanbaar door regen en storm. Foto: H. Amouch

De eerste dag in de jungle was heet en vochtig. Zweet gutste over mij hele lijf. De zonnestralen dringen maar weinig door. Maar het is net genoeg om de bladen van de bomen te laten schitteren alsof het zilveren muntjes zijn die heen en weer in de zon dansen. Uren lang liepen we te luisteren naar eindeloos gezang van vogels om ons heen. Af en toe kruisden fel gekleurde vlinders ons pad. Ze zijn zo groot en traag dat je ze kunt raken. Ik werd voor mijn vertrek aangeraden genoeg water mee te nemen. Drie liters water per dag bleek genoeg te zijn. Dat vulde ik s avonds aan met regenwater dat ik in het kamp bij de bewakers kocht. Ze hebben grote plastic containers waarin het kostbare vocht wordt verzameld. Het regenwater is zo schoon dat je het zonder filter kunt drinken.

Insecten

Maar dorst valt werkelijk in het niets vergeleken met de steek van de muskiet. Deze primitieve versie van de vlieg heeft een uitgesproken voorkeur voor menselijk bloed. Vooral wijfjes lusten er pap van wanneer ze eitjes aanmaken. Ze zwerven rond met miljoenen tegelijk. De steek geeft rode jeukerige bulten. Toen ik uit de jungle kwam liep ik nog dagen lang met bulten op mijn armen, benen en nek.

Muskieten hebben ook de nare gewoonte om massaal in de aanval te gaan wanneer je het niet verwacht. Je staat even stil om een foto te maken, een slokje water te nemen of je benen uit de modder te trekken. Uitgerekend op dat moment komen ze met duizenden tegelijk. Moya die de hele tocht in een open hemd rondliep, had daar totaal geen last van. Toen ik hem daarnaar vroeg zei hij laconiek: “Ze komen alleen op vers bloed af.”

Muskieten slapen ook nooit. Alleen als het regent zijn ze even weg. Een vuurtje s avonds met veel rook is het enige wat helpt. Tegen de tijd dat het vuur uitgaat en we in onze slaapzakken moeten kruipen, hoor je ze weer naast je hoofd zoemen. Ze vinden altijd ergens een gaatje in de tent om binnen te komen. Alles wat niet bedekt is wordt de volgende dag dik en rood.

De mieren zijn een andere plaag hoewel het niet vaak voorkomt. Grote bruine nesten hangen hoog aan de bomen. Sommige zijn verlaten nadat miljoenen mieren de boom van binnenuit hebben gevreten. Als gevolg hiervan breken de bomen door midden en vallen ze om. Mieren op de grond zijn het ergste. Een keer stond ik per ongeluk op een nest van zwarte mieren. Voordat ik het wist was ik compleet bedekt. Ze klampten zich vast aan ieder centimeter van mijn schoenen, mijn benen en mijn broek. De steek is kort maar heftig. Het laat een klein wit litteken achter. Het enige wat helpt is hard rennen en zoveel mogelijk met de voeten stampen. De mieren die zich weten vast te bijten, moeten een voor een met de hand worden verwijderd.

Minder bijtend maar net zo gastvrij zijn de apen. Op de eerste dag van onze tocht voelde ik druppeltjes water op mijn hoofd vallen. Dat was niet de eerste keer. Ik vond het vreemd dat het regent terwijl de zon scheen. Ik keek omhoog en zag een paar bruine apen doodstil recht naar ons kijken. Ze liepen al die tijd mee op ons te urineren.

Er zijn gelukkig ook vriendelijke bewoners van de jungle. Zo werd ik de eerste nacht in kamp Tintal getrakteerd op een lichtshow van een uitzonderlijke schoonheid. Daar lag ik op mijn rug in mijn binnentent. De maan scheen volop. Ik kon door het dak van de binnentent de bomen zien waar honderden kleine witte lichtjes aan- en uitgaan. Sommige zijn dichtbij, anderen ver weg. Het licht is zacht, traag en minder fel dan een lampje van een kerstboom. Het zijn vuurvliegjes die met elkaar in het donker communiceren.

Zonsopkomst

De tweede dag stond ik vroeg op om de nabijgelegen piramide El Jaguar te bezichtigen. De flanken van de piramide zijn bedekt met bomen. De top is bereikbaar via een steile trap gemaakt van in de piramide gestoken houtenbalken. Ze zitten hier en daar los. Een touw is langs de trap tussen de bomen gespannen. Maar het is niet veilig genoeg zodat ik op mijn handen moest steunen om te klimmen. Ik zag nog net twee jonge mannen voorbij flitsen richting de top.

De uitzicht is met geen pen te beschrijven. Een immens groene tapijt strekt zich onder mijn voeten uit zo ver het oog reikt. Hier en daar hangt de nevel laag boven de golvende top van de jungle. Het gezang van de vogels is mijlen ver te horen. Ze kondigen de geboorte van een nieuwe dag aan. In de verre horizon, omgeven door een gouden gloed als een kleine kaars in de duisternis, komt de zon langzaam op. Ik stond op de vierkante top van de piramide ademloos te kijken en vergat dat er nog meer mensen naast mij zaten.

maya zonopkomst jungle 1
Zonsopkomst boven de jugle gezien vanuit de top van piramide El Jaguar vlakbij kamp Tintal.
Rechts in de verte is de top van een andere piramide te zien. Foto: H. Amouch

De twee jonge mannen die ik zo net naar boven zag klimmen, zaten te mediteren de benen gekruist, de handen op de knieën, de kin omhoog en de ogen gesloten richting de zon. Het was doodstil. Ik ging ook op een steen zitten. Ik besefte dat we de hele tijd geen woord met elkaar hebben gewisseld alsof het vanzelfsprekend was de schitterende uitzicht niet te verstoren met onnodig geklets. Ik wierp een laatste blik op de zon boven de uitgestrekte jungle en snelde naar beneden om het pad naar El Mirador te vervolgen.

La Danta

De meeste piramiden in El Mirador dragen namen als El Jaguar, El Tigre of La Danta. Dieren die met uitsterven worden bedreigd. Ze staan symbool voor snelheid, kracht en moed. La Danta is de grootste piramide in El Mirador. De top ervan is zichtbaar vanuit Calakmul, een andere piramide 37 kilometer verderop aan de andere kant van de grens met Mexico.

Het bestaat uit een complex gebouwen verspreid over een oppervlakte van meer dan 26 kilometer vierkant. Volgens archeologen van de Nationa Geographic Society hebben verschillende Maya generaties tussen de 6de eeuw v.c. en 2de eeuw n.c. aan La Danta gebouwd. Het complex werd voor het laatst bewoond in de 9de eeuw n.c.. Het is niet helemaal bekend waarom ze plotseling werden verlaten.

La Danta is verbonden met twee andere complexen door twee wegen die nog altijd bedolven zijn onder de jungle. De wegen zijn gemaakt van steen en zijn 20 a 50 meter breed en 2 a 6 meter hoog. De eerste weg is 12 km lang en leidt naar Nakbe, een site ten zuidoosten van La Danta.

De tweede weg is ongeveer 20 km lang en leidt naar Tintal in het zuiden. Dit is het grootste en oudste complex die ooit in Zuid en Midden Amerika is gebouwd. In de hoogtijdagen van de Maya zouden hier tienduizenden mensen hebben gewoond. De piramide van La Danta is meer dan 70 meter hoog. Het is in omvang groter dan de grootste piramide van Egypte. De top is bereikbaar aan de zijkant via een stevige trap vastgeschroefd aan het gesteente. De trap is breed, heeft leuningen en is veilig. Maar het is niet geschikt voor mensen met hoogtevrees. De beloning is echter onbeschrijfelijk mooi.

Aan de horizon steken hier en daar heuvels tientallen meters boven de top van de jungle. Dat zijn andere piramiden die nog altijd bedolven zijn. De omgeving van La Danta is bezaaid met ruïnes. We hebben die hele middag gelopen toen we een vierkant houten hek bedekt met blauw zeildoek zagen. Moya telde het zeil omhoog en gebaarde te komen kijken. Ik kon niets zien dan een donker gat dat verdwijnt in de diepte. Hij vertelde dat archeologen naar beneden gingen en complete straten met wachttorens hebben aangetroffen. Ze hebben alles weer met plastic afgedekt. Verderop zagen we meer openingen in de piramide afgegrendeld met deuren en sloten.

maya piramide 1
Tekening van piramide El Tigre. Alleen de top is zichtbaar. De rest is onder de jungle bedolven.
Foto: H. Amouch 

El Tigre is een andere kleine piramide vlakbij La Danta. Het is 60 meter hoog. De basis waarop het is gebouwd moet 18.000 vierkante meter zijn. Net als alle piramiden is alleen de top zichtbaar. De rest is bedekt met bomen waarvan enorme wortels dwars door het gesteente lijken de groeien. Het heeft ons de hele middag gekost om een rondje te maken langs de ruïnes. Sommige zijn met enorme blauwe en zwarte zeildoeken bedekt.

We stonden die ochtend van dinsdag 26 oktober op de top van El Tigre toen er plotseling een witte helikopter aan de horizon verscheen. Het moest voor de inzettenden een enorme verrassing zijn geweest toen ze ons zagen. Boven op het dak van de piramide stond ik in de regen in een wapperende blauwe poncho naast de half naakte Moya te zwaaien. De helikopter maakte een rondje om de piramide. We zagen nog net hoe de inzettenden verbaasd naar ons zwaaien voordat ze richting basiskamp El Mirador in de verte wegvlogen.

Even later kwamen we dezelfde mensen tegen bij de ruïnes. Het zijn Amerikaanse archeologen die hier een permanent laboratorium hebben. Een van hun begon in het Spaans tegen Moya te kletsen alsof ze oude vrienden waren die elkaar na lange tijd weer terug zagen. De archeologen houden contact met de buitenwereld dankzij de helikopter, stroom uit een generator en Wi-Fi. Ik kon in hun kamp de batterij van mijn camera opladen tegen een kleine vergoeding.

Dieven

Bewust van architectuur als uiting van politieke macht lieten uiteenlopende Maya koningen enorme bouwsels na als een aandenken aan hun tijd. De façades van de ruines zijn soms versierd met hiërogliefen. Lange tijd wist niemand wat ze betekenen tot de Russische archeologe Tatiana Proskouriakoff (1909-1985) die heeft ontcijferd. Ze bleken verhalende teksten te zijn over de geschiedenis van de verschillende steden.

Nog altijd worden nieuwe steden in de jungle opgegraven dankzij de ontcijfering van het schrift. Dat trekt dieven en plunderaars aan. Maya ceramiek, jade, juwelen en menselijke beenderen zijn geliefd op de internationale markt. Volgens George Stuart, een archeoloog van de National Geographic Society, worden maandelijks ongeveer duizend stukken opgegraven en uit de jungle gesmokkeld.

maya schrift.png 1

Opgegraven Maya tablet waarop is te lezen dat koning Taj Chan Ahk van Cancuen een ceremonie leidt ergens in september 795. Foto: National Geografic Magazine, 2007.

Dieven leren de basistechnieken van de archeologie. Ze graven in gebieden waar de cohune palmboom groeit, een onmisbare boom voor de bouw van huizen in vroegere eeuwen. Ze aarzelen niet te schieten op de bewakers. In La Carmelita hebben ze onlangs een klokkenluider doodgeschoten. In een andere site in Belize hebben ze na een plundertocht een waarschuwing aan de bewakers achtergelaten: “SVP afblijven, lokale archeologen aan het werk.”

Terug

De terugweg naar de bewoonde wereld was het moeilijkste. Het heeft veel geregend. Het pad is deels verdwenen onder gevallen bomen en modderpoelen. We moesten een omweg vinden via La Florida. Dit is een afgelegen post waar drie vriendelijke bewakers van het ministerie van cultuur de illegale jacht op zeldzame dieren proberen tegen te houden.

De omweg heeft ons tien kilometer extra gekost. Ik kon hierdoor de enige bestelbus van La Carmelita naar bewoonde wereld niet meer op tijd halen. Een extra nacht in de jungle was onvermijdelijk. De enige troostprijs was dat onze voorraden erg geslonken waren zodat de bagagedrager op La Negra niet zo vaak meer vast kwam te zitten in struiken.

Gedurende de tocht hebben we gemiddeld acht uur per dag gelopen. Ik had bergschoen aan. Aan het einde van de eerste dag kreeg ik een blaar aan mijn linkervoet. Het deed vooral pijn als er takjes, steentjes en modder in de schoenen terecht kwamen. Tijd om overdag de schoenen even uit te doen was er niet.

In La Carmelita werden we door de familie van Moya opgewacht. We werden behandeld als patiënten die net uit het ziekenhuis zijn ontslagen. Mijn voeten zagen er uit als twee witlofjes die te lang in het water waren geweekt. Mijn scheenbenen waren bezaaid met open wondjes. Ik had opgezwollen handen, benen en gezicht als gevolg van beten van insecten. De zoon van Moya bracht me naar een beekje in de buurt. Daar heb ik in het stromende en koele water onder de bomen het laatste zweet en vuil van me afgewassen.

De Maya

Toch zijn de dingen niet altijd wat ze lijken. Gedurende de hele reis dacht ik dat de inheemse Maya die de piramides hebben gebouwd, een minderheid is. Ze zouden zelfs verdwenen zijn samen met hun oude steden. Niets is echter minder waar. Ze vormen juist de meerderheid van de bevolking. Ze zijn alleen onzichtbaar.

Ik vroeg aan Daniel Morales Matul, schrijver en voorzitter van de Liga Maya op zijn kantoor in Quetzaltenango. Dit is een internationale organisatie actief in Costa Rica, Guatemala en Noord Amerika. Volgens hem zijn de Maya een meerderheid in eigen land. Maar ze tellen niet mee omdat ze buiten elke vorm van sociale, economische en politieke participatie vallen.

Ik leerde meer hierover toen ik op een congres werd uitgenodigd. Eeuwen kolonialisme heeft diepe sporen nagelaten. Racisme loopt als een rode draad door de samenleving. Een hiërarchische samenleving die is ingedeelde langs etnische, culturele en taalkundige lijnen.

Aan de top staan de nazaten van Spanjaarden en andere westerlingen geboren in Europa. Daaronder staan de Criollos. Dit zijn blanken geboren in Guatemala. Vervolgens komen de Mestizos of de Ladino’s: half wit, half Maya. Weer een andere kast eronder bestaat uit de Mulatos: half wit half zwart uit Afrika. De Pardos zijn half zwart, half Indiaans. Als laatste komen de "indigenas", de autochtonen. Dat wil zeggen de Maya.

Volgens Daniel Morales Matul zijn ze hun vruchtbaar land in de loop van de tijd kwijt geraakt door de kolonisatie. Ze zijn een onmisbare en goedkope arbeidskracht geworden in een economie gebaseerd op koffie, maïs, suiker en katoen. De heersende politieke elite heeft volgens hem geen belang om het het economische systeem te hervormen.

maya bijeenkomst 1
Leden van de Maya gemeenschap op een bijeenkomst op 16 oktober 2010 in Quetzaltinango. Foto: H. Amouch 

De officiële taal van het land is Spaans. Maar dat is niet de taal van de meerderheid. Matul en zijn Liga streven naar de officiële erkenning van de Maya taal. Kinderen moeten eerst hun eigen moedertaal op school leren, vindt hij. Ik vroeg het aan Carlos op het congres. Hij is in de vijftig en lid van de Raad van Maya Organisaties in Guatemala. De Raad bestaat uit vertegenwoordigers van alle regio's en stammen. Leden die op het congres niet aanwezig waren, werden volgens een oud gebruik erbij betrokken.

Vlakbij het podium, op een kleine tafel vol bloembladen staken organizatoren van het congres kaarsen van verschillende kleuren aan. Elke kleur symboliseert een eigenschap. Leden van de Raad namen plaats rond de tafel. Het publiek stond op. De ceremoniemeester, een vrouw in traditionele kleding, begon in eigen taal de namen van afwezige stammen hard op te lezen.

Carlos zat de hele tijd naast me. Hij was niet te spreken over het officiële beleid in zijn land. Volgens hem worden de Maya achtergesteld vergeleken met andere groepen. Hij kwam van een andere stad naar het congres om de Conventie 169 van de Verenigde Naties te bespreken. De Conventie wil een einde maken aan discriminatie op de arbeidsmarkt. Maya die geen Spaans spreken zijn kansloos bij werk zoeken.

Ook de familie bij wie ik twee weken heb gelogeerd, denkt er net zo over. Het bestaat uit twee broers en een zus, allen in de vijftig. Ze leven alleen nadat de kinderen op zichzelf gingen wonen. Alle drie zijn actief in de verschillende organisaties. Ik kon nog de ernst in hun ogen zien toen ik zei naar een familiebedrijf te gaan waar traditionele kleding wordt gemaakt. Ik had daar een afspraak voor een interview en wat foto's. De broers vroegen me nadrukkelijk geen foto’s te maken van “koloniale kleding”. Dat wordt in het buitenland voor Maya aangezien. Een bijna heiligschennis in hun ogen.

In hun huis viel het me op dat ze geen enkel christelijk symbool hadden. Geen kruis aan de muur, geen bijbel, geen boeken en geen feestdagen. In de keuken hangt een kalender in Maya schrift met de data van de jaarlijkse ceremonies. Behalve nieuwsbulletins in het Spaans via radio en televisie, luistert en kijkt de familie bijna uitsluitend naar programma's van eigen zenders. Een klein permanent verlicht altaar met bloemen staat in het midden van het huis. Daar onderhouden de broers en de zus dagelijks contact met hun voorouders.

Er zijn ook andere geluiden te horen. Ik bracht een paar dagen door op een educatief centrum waar sociale projecten worden opgezet. Daar heb ik Rita leren kennen. Ze is 25 jaar, van Maya afkomst, christelijk, net afgestudeerd in de rechten en sociaal bewogen. Ze draagt bij aan de scholing van arme kinderen in haar woonplaats. Wat vindt ze van het werk van de Liga Maya, vroeg ik: “Onze ouders hebben ons nooit de taal geleerd. We moesten juist Spaans leren omdat het belangrijk is voor werk”. Natuurlijk is ze trots op haar afkomst. Maar over taal en politiek praten ze eigenlijk nooit thuis.

Geschiedenis

Rita is pragmatisch net als velen die ik sprak. Maar het ongeduld van sommige activisten op het congres is begrijpelijk. Bij de laatste landhervormingen raakte het land in politieke chaos. Een burgeroorlog brak uit tussen 1960 en 1990. De strijd om vruchtbaar land ging zelden zonder inmenging van buitenlands kapitaal. Bijna een kwart miljoen mensen zijn gestorven. De meeste waren Maya boeren.

Ook in vroegere eeuwen was de strijd om land de belangrijkste oorzaak van chaos en ontwrichting. In 1514 probeerde conquistador Hernandez de Cordoba de Maya stad Tumul aan de Caribische Zee namens de koning van Spanje te veroveren. Hij werd verdreven. In het verre Yucatan ten noorden van Tumul hadden de Spanjaarden meer succes. Gesteund door een decreet uit 1513 van koning Ferdinand om de Indianen in de Nieuwe Wereld te bekeren, stichtte de fanatieke priester Diego de Landa in 1549 een kerk in Izamal. Het werd zijn thuisbasis van waaruit hij het schiereiland al moordend en plunderend heeft onderworpen aan het nieuwe geloof.

De weigeraars wachtte een wrede dood: “We zullen uw land binnendringen. We zullen uw kinderen en vrouwen tot slaven maken. We zullen u net zolang bestrijden totdat u buigt voor Jesus.” In zijn razernij heeft de Landa er alles aan gedaan om de Maya uit te roeien. Hij zag het als een goddelijke oproep om de heidense bevolking de dood in te jagen. Hij liet geen steen van hun huizen, tempels en paleizen onbeschadigd. Hij heeft al hun boeken verbrand. Slechts vier boeken zijn ontsnapt aan het vuur.

De Landa stierf in 1579 en liet een unieke beschrijving na van zijn strijd alsof hij generaties fanatiekelingen na hem nog even wilde instrueren hoe ze beter te werk moeten gaan. Er moet ergens een verband zijn tussen monotheisme en terreur. Wie daar nog niet is van overtuigd, moet zich eens verdiepen in het leven en werk van deze man. Er zijn gelukkig ook voorbeelden van vreedzame contacten. De Amerikaanse archeoloog George Stuart wist een half vergane 17de eeuwse kroniek van een ander Spaanse priester te vertalen. De priester bracht een bezoek aan Can Ek, de laatste Maya koning van Tayasal vlakbij huidige stad Flores: “Ik zag in de opkomende zon een groot aantal kanoën aanmeren. Ze zijn versierd met bloemen. Mannen zaten aan beide kanten van de kano muziek te spelen met fluiten, drums en stokken. In de grootste kano zag ik koning Can Ek zitten. Op zijn hoofd droeg hij een mooie kroon gemaakt van goud. Zijn oren zijn versierd met gouden platen. Ze zijn zo groot dat ze over zijn schouders hangen. Een paar mannen hebben een lange vloerkleed op de grond uitgerold waarop de koning moest lopen. De mannen die muziek maakten, kwamen aan wal en gingen in de rij staan aan beide kanten van de vloerkleed.”

Koning Can Ek verwelkomde de Spaanse priester en zijn medereizigers. Hij gaf ze een rondleiding in zijn stad. Zijn koninkrijk was afgelegen en had waarschijnlijk niet veel van wat de Spanjaarden graag wilden. Op een dag in 1697 verzamelde hij zijn trouwe dienaren, pakte de kanoën en verdween in de jungle om nooit meer terug te komen. Tot laat in de 20ste eeuw leefden de Maya redelijk gescheiden van de rest. Ze werden de vergeten groep van de samenleving. En het duurde nog tot 1988 voordat het eerste staatshoofd van Guatemala alle Maya vertegenwoordigers bijeen riep. Niet minder dan 5000 kwamen in hun mooiste kleding opdagen voor een symbolische ceremonie van nationale verzoening.

Toekomst


Een andere les die ik leerde is dat de jungle niet alleen een hete sauna is vol giftige slangen, spinnen en mieren. Het is ook een levend systeem die het mogelijk heeft gemaakt gedurende honderden jaren een volk en een beschaving in stand te houden. Die wisselwerking tussen mens en natuur kon lange tijd bestaan omdat het in balans was. Dat begint nu te veranderen.

Verjaagd uit de steden door armoede zoeken steeds meer mensen hun geluk in de jungle. Stukken land zo groot als Nederland zijn afgelopen jaren verbrand om plaats te maken voor landbouw. Links en rechts van de onverharde weg tussen Flores en La Carmelita heb ik niets anders gezien dan afgebrand bos.

Gewonnen land wordt maximaal drie jaar gebruikt tot de bodem is uitgeput. En dan trekt men verder de jungle in op zoek naar nieuw land. De kans is groot dat je het geluid van een zaagmachine hoort dan het geschreeuw van brulapen, de meest luidruchtige bewoner van deze oerwouden. In de ruim honderd kilometer die ik heb gelopen, kwam ik er slechts twee kleine koloniën tegen.

Na mijn terugkeer uit de jungle heb ik een stop gemaakt in Lago de Atitlan. Dit is een van de grootste en diepste meren in Centraal Amerika. Het ligt op 1500 meter hoogte en is omgeven door twaalf vulkanen. Het is een van de mooiste meren die ik ooit heb gezien.

De uitgestrekte bossen rond Lago de Atitlan herbergen tot kort geleden een rijke fauna. De grebe, een watervogel die alleen hier voorkomt, is al jaren niet meer gesignaleerd. Ook andere dieren lijken steeds kleiner in aantal te worden. Het is beangstigend stil rond het meer. Geen vogel meer die zingt. In de verte hoor je alleen nog de motor van bootjes die toeristen aan- en afvoeren.

maya quetzal 1
De quetzal, nationaal symbool van Guatemala. Het was onder de Maya verboden om erop te jagen.
Vandaag wordt de vogel nog maar zelden gezien. Foto: Flickr.com/cc


De quetzal, nationaal symbool van Guatemala, is een andere vogel die nog maar zelden in het wild wordt gezien. In de Maya tijd was het verboden erop te jagen. De vogel leefde tussen de mensen als kippen en eenden op de boerderij. Bedreigd zijn ook de jaguar en de ocelot. Hun vacht is gewild. Op de terugweg hebben we in de modder verse sporen van een jaguar gezien. Toen ik s avonds de bewakers in het kamp Tintal vroeg naar de populatie, hebben ze verteld dat de beesten dieper de jungle in worden gedreven door menselijke activiteiten. Ze vertelden ook over een nieuwe trend. In hun jacht op kijkcijfers manipuleren sommige makers van natuurprogramma's het lokaas van de katachtigen zoals de jaguar.

Dieren die het eten, vertonen raar en agressief gedrag. Dat wordt met verborgen camera s opgenomen en wereldwijd vertoond. Ook de miereneter die van nature nagenoeg blind is, wordt geregeld aangereden op de steeds druk wordende Ruta Maya. Al deze dieren zullen er misschien straks niet meer zijn. Net als bij het lezen in de krant van een verkeersongeval, je reageert alleen als je het slachtoffer persoonlijk kende. Anders is het niet meer dan een abstract getal.

Een omslag in de mentaliteit is nodig. Dat kan alleen al de mensen inzien dat de jungle, de bedreigde dieren en planten en de ruïnes van de Maya samen als beschermd erfgoed meer te bieden hebben. De Maya die hier al eeuwen wonen kunnen daarbij een rol spelen. Een rol die ze niet meer hebben gespeeld sinds de komst van de Spanjaarden.

Tekst en beeld: Hassan Amouch